Een fysiotherapeut die volwassenen behandelt legt aan de cliënt uit wat er gaat gebeuren, waarom en hoe het gebeurt. Wanneer je met kinderen te maken hebt is dat net iets anders, en is het de kunst om de oefeningen zo in te kleden alsof het een spelletje is. Rachel Appelman werkt bij Fysiotherapie de Weijver in Hoogwoud en zij is zo’n gespecialiseerde kinderfysiotherapeut en ze kent de mogelijkheden om kinderen te behandelen inmiddels wel. Ze noemt het een vak apart, maar wel heel leuk.
„Kinderen zijn over het algemeen blij en enthousiast en eerlijk,” vertelt ze, „en wanneer zehet niet leuk vinden hoor je dat.” Ze stelt dat dit het werk zo leuk maakt en dat ze echt iedere dag een heel afwisselende werkdag heeft, want ieder kind krijgt een eigen aanpak. „Ieder kind is anders, dus ieder kind help ik anders, dat maakt het leuk en dat is ook de uitdaging.”
Optimaliseren
Doorgaans gaat het bij kinderen om het verbeteren en optimaliseren van het bewegen. Appelman richt zich afhankelijk van het kind en de problemen op zaken als spierkracht, balans, coördinatie en motoriek. Daarnaast noemt ze zelfvertrouwen ook. „Dat is ook nog wel eens een dingetje.” Er wordt gekeken naar de onderliggende problemen en daar wordt dan een plan voor bedacht door de kinderfysiotherapeut.
Specialisatie
Kinderfysiotherapie richt zich op de leeftijdscategorie van 0 tot en met 18 jaar en bevat alles wat met kinderen te maken heeft. Dat kan met beperkingen vanaf de geboorte te makenhebben, zoals het Syndroom van Down of een vroeggeboorte, het kan te maken met de manier van bewegen, een voorkeurshouding of een vertraagde ontwikkeling. „Kinderen komen binnen via het consultatiebureau, de kinderarts, huisarts of school,” vertelt Rachel Appelman, „maar het is ook mogelijk dat ouders problemen zien zij direct contact opnemen met ons.”
Spelenderwijs
De fysiotherapeut pakt alles spelenderwijs aan met kinderen. Dat moet volgens haar wel, want kinderen willen of begrijpen niet altijd wat je wilt. Ze vertelt dat ze van alles een spelletje probeert te maken om dat te bereiken wat ze wil met het kind. „We werken met attributen om het leuk te maken,” legt ze uit, „dan leg ik bijvoorbeeld stapstenen neer en zeg dat ze grond niet mogen raken omdat er zogenaamd krokodillen op de grond liggen. Kinderen vinden zoiets leuk en op die manier lukt het om de oefening op een goede manier uit te voeren.”
Trots
Voor baby’s en tieners werkt het anders, volgens Appelman. Ze stelt dat pubers prima begrijpen wat ze wil en wat er moet gebeuren en bij baby’s krijgen de ouders de instructies over de oefeningen met hun kind. Ze zet zich in om de kinderen meer of beter te laten bewegen en zo weer kunnen fietsen, lopen en sporten. „Het is zo mooi wanneer je het resultaat bereikt wat het eindelijke doel was, of een resultaat waarvan een kinderarts niet dacht dat het mogelijk was,” vertelt ze, „en als dat gelukt is ben zo trots als de ouders.”
Meer informatie op www.fysiotherapiedeweijver.nl