Het meisje uit Oostenrijk

Het Meisje uit Oostenrijk
Geschreven door: Lieke Leenders en Emma Groen

Een biografie van Johanna Kreiger-Schouten (1914 – 2010)

Geboorte en kindertijd 

In het jaar 1891 werden Jozef Pock en Ursula Kreiger geboren. Hoewel ze een enorme liefde voor elkaar voelden, zijn ze nooit getrouwd geweest. Hun leven speelde zich af in het Gailtal, een dal in de Oostenrijkse deelstaat Karinthië. Het is een natuurgebied met veel bergen en weiden. Dit gebied was tweetalig: naast Duits werd er ook Sloveens gesproken. 

Huisje Micheldorf in Oostenrijk
Huisje Micheldorf

Op 10 april 1914 werd Johanna Kreiger ter wereld gebracht, de dochter van Jozef en Ursula. Ze kreeg haar moeders achternaam, wat erg ongebruikelijk was in die tijd. Helaas brak slechts 2 maanden na haar geboorte de Eerste Wereldoorlog uit en het Gailtal werd een frontgebied in de strijd tegen de Italianen. Voor veel mensen was de oorlog een verre realiteit, maar voor Johanna kwam het enorm dichtbij.

In de eerste maanden na de geboorte van Johanna is haar vader, Jozef Pock, weggegaan. Hij ging het leger in en is hierna met een andere vrouw wél getrouwd. 

Johanna is zwaar katholiek opgevoed. Samen met haar moeder, een tante en haar jongere zusje Fini, woonde ze in een bescheiden huisje. Ze bleven nog wel in Karinthië wonen, maar zijn verhuisd naar een plaatsje genaamd Micheldorf. Ze hadden maar een klein kamertje, maar het was een plek waar ze altijd welkom was. Johanna en haar zusje Fini scheelden 4 jaar in leeftijd, maar zij konden heel goed met elkaar optrekken. Ze hadden niet alleen een sterke emotionele band, maar ze leken ook erg op elkaar op het gebied van uiterlijk. Zozeer dat zelfs hun moeder hen soms door elkaar haalde. Hoewel haar vader niet meer bij hen woonde, bleef Johanna hem regelmatig opzoeken. Vaak ging ze dan te voet naar Eck, een dorp naast Micheldorf, waar haar vader woonde. Jozef had hier een grote boerderij waar hij ook aan paardenfokken deed. Haar bezoeken aan hem vond hij altijd erg gezellig en geen enkele keer was hem te veel. 

Schooltijd

Johanna heeft op een normale lagere school gezeten, wat erg gewoon was voor kinderen. In deze tijd gingen meisjes over het algemeen niet verder studeren, het stopte voor hen bij het basisonderwijs. Johanna werd al snel geconfronteerd met de harde werkelijkheid: naast haar lessen moest ze gaan werken. Toen ze de leeftijd van 10 of 11 aantikte, besloot haar moeder Ursula dat het tijd was om haar naar een andere familie te sturen. Het was bedoeld om haar bij deze familie te laten werken, maar Johanna ging hier ook wonen. Ze moest daar helpen op de boerderij: stallen schoonmaken en bijvoorbeeld de dieren voeren. Ze heeft het hier niet goed gehad, het waren vaak lange dagen met weinig rust. Het was een zware periode voor Johanna, maar ze kon niet veel anders. Zodra ze na enige tijd weer thuis kwam, barstte ze in tranen uit, ze was uitgeput. De reactie van Ursula was dan streng: “Wat huilen? Terug!” Ursula was een vastberaden vrouw die wist hoe hard het leven kon zijn en ze vond ook dat Johanna dit voor haar eigen bestwil moest leren. Het kwam voort uit liefde voor haar dochter, ze vond het belangrijk dat Johanna klaargestoomd werd voor een wereld waar een beetje pit niet te missen was. 

Deze les van haar moeder droeg Johanna de rest van haar leven mee. Ze werd een koele, sterke vrouw die niet snel week voor pijn of ongemak. Zelfs wanneer een stuk van de naald van een naaimachine in haar vinger vast zat, haalde ze dit zonder aarzeling met een tang eruit. 

Volwassen worden

Toen Johanna 18 jaar oud was, werd ze verliefd op een jongen, maar haar geluk duurde niet lang. Zijn ouders keurden haar af als partner voor hun zoon. Ze was boos en verdrietig en besloot daarom haar leven in Karinthië achter zich te laten. Er werden in die tijd veel meisjes gevraagd om te werken in het buitenland: in hotels of in huishoudens. Johanna greep deze kans om te vertrekken. 

Het neutrale Nederland was in de Eerste Wereldoorlog niet in verval geraakt, waardoor het hier veel meer mogelijkheden bood voor jonge meiden op zoek naar werk. Vanaf station Hermagor in Oostenrijk vertrok ze met de trein naar haar onbekende toekomst. Ze kwam in Amsterdam terecht, ze kreeg een baan in een hotel. Ze leerde Nederlands door hardop de krant voor te lezen, waarna de mensen om haar heen haar uitspraak verbeterden. Deze kiene vrouw had gelukkig een goed gevoel voor taal, waardoor ze de Nederlandse taal snel onder de knie kreeg.                  

Oostenrijk - Station Hermagor 1932
Station Hermagor 1932

Het enige wat ze nog miste in dit plaatje was onderdak. Een vrouw op de Kerkstraat in Amsterdam verhuurde een stuk of 9 kamers waar Johanna er één van kreeg. De zoon van deze vrouw was op dat moment in Noorwegen, maar toen hij terugkeerde was het liefde op het eerste gezicht. Johanna en Henricus Schouten (ook wel Harrie genoemd) leerden elkaar kennen en kregen al snel een liefdevolle relatie. 

Huwelijk en oorlog

In 1939 was het mobilisatietijd en stond Duitsland te dreigen. De Oostenrijkse meisjes die werkten in de Nederlandse hotels kregen het dreigende bericht dat zij weer terug moesten naar hun eigen land. Harrie en Johanna wisten dat als Johanna terug zou gaan naar Oostenrijk, ze elkaar waarschijnlijk voor altijd zouden verliezen. Daarom besloten ze, zonder te twijfelen, datzelfde jaar nog te gaan trouwen. Harrie had militaire training gehad en kreeg hiervoor slechts 48 uur verlof. In zijn uniform gaven ze elkaar het ja-woord. Nog voor ze het wisten brak de oorlog uit. Harrie Schouten zat in de eerste week van de Duitse bezetting in Ypenburg, waar de bommen om zijn oren vlogen. Maar hij bleef standvastig en ontving hiervoor een moedigheidsmedaille. 

Het meisje uit Oostenrijk - Johanne en Harrie
Johanne en Harrie

Toen de Duitsers Nederland hadden veroverd moesten alle soldaten hun uniformen inleveren. 

In 1941 is hun eerste kindje Beatrix geboren. Ze waren dolgelukkig. Nog geen jaar later kwamen de Duitsers met een zware eis: alle mannen die konden werken moesten zich melden voor de Arbeitseinsatz. De mannen moesten in fabrieken of op het land in Duitsland gaan werken, een taak die de Duitse soldaten niet konden uitvoeren aangezien zij in de oorlog zaten. Johanna vond dat het beter was om dat niet te doen en stelde voor om samen naar Oostenrijk te gaan in plaats van alleen. Vastberaden, ging ze naar het bevolkingsregister. Naar Oostenrijk gaan bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Ze vroeg aan de man achter de balie of hij zelf ook niet naar Duitsland moest, waarop hij antwoordde dat dat klopt en dat dat een probleem voor hem is. Johanna, een vrouw met scherp inzicht sloot daarom een deal met de man: hij zou papieren regelen voor Johanna, Harrie en Beatrix, in ruil voor haar belofte om hem werk te bezorgen in Oostenrijk. De papieren waren niet helemaal zuiver, maar het was goed genoeg om te vertrekken.

Harrie vond werk in een hotel aan de Wörthersee, als kelner bediende hij zelfs bekende filmsterren. 

Johanna woonde samen met Beatrix weer bij haar familie in Micheldorf in een aangebouwd deel van het huis. Haar tante, de zus van Ursula, was inmiddels uit huis gegaan, waardoor er meer ruimte was. In de weekenden of zijn vrije tijd reisde Harrie naar Micheldorf om tijd door te brengen met zijn gezin. Johanna werkte ondertussen nog steeds in de bediening of op de boerderij, terwijl Ursula dan op Beatrix paste. Ondanks de tijden van oorlog hebben ze het in Oostenrijk uiteindelijk relatief goed gehad; ze hadden goed eten, onderdak en familie om hen heen.

Terug naar Nederland

Na de oorlog, rond juni 1945, moest het gezinnetje weer terugkeren naar Nederland. Net als alle anderen moesten Johanna, Harrie en Beatrix terug naar hun eigen land door middel van de trein. Deze twee dagen durende treinreis was zwaar, in het bijzonder voor Johanna, die inmiddels in verwachting was van zoon Peter. Ze reisden in een goederenwagon, maar deze had geen voorzieningen wat betreft het toilet. Op een van de stops moest hoogzwangere Johanna dringend naar de wc en ze besloot dit te doen op de dissel van de trein. Harrie hield haar vast, terwijl medepassagiers letten op Beatrix. Ongelukkig genoeg begon de trein eerder dan verwacht weer te rijden, waardoor Johanna en Harrie gedwongen werden om nog anderhalf uur lang op de dissel te blijven zitten, terwijl de trein doorreed. Een bijzonder riskante situatie, vooral voor Johanna. 

Eenmaal terug in Nederland, was er niets meer over van wat ze hebben achtergelaten 3 jaar terug. Het huis dat ze hadden in Amsterdam was leeggehaald. Mensen hadden namelijk tijdens de oorlog al het hout meegenomen dat ze konden vinden om te verbranden. 

Nederland was in wederopbouw en straatarm. In 1945 werd geld waardeloos verklaard en moest iedereen opnieuw beginnen. Iedereen begon bij nul en elke Nederlander kreeg elk een tientje. Alle banktegoeden werden afgeschreven, waardoor iedereen met een schone lei moest beginnen. De regering wilde gelijkheid en een stokje steken voor zwart handelaren die zwart geld verdiend hadden. Toch was er nog steeds ongelijkheid onder de mensen: de een had namelijk nog wel een huis en de ander niet. 

Arbeidsleven en verhuizingen

Johanna en Harrie trokken voorlopig bij de moeder van Harrie in, maar later kwam er plotseling een huis bij de buren vrij. Ze zijn op de tweede verdieping naast het huis van Harries moeder gaan wonen. In dit huis is het gezin verder uitgebreid met eerst oudste zoon Peter (1945), jongste zoon Theo (1949) en jongste dochter Hilde (1951). Johanna en Harrie konden hun geluk niet op.

Johanna werkte ‘s nachts in het Victoria Hotel als toiletjuffrouw, een praktische keuze om de kost te verdienen zodat ze overdag voor de kinderen zorgde en Harrie tegelijkertijd aan het werk kon. In 1951 namen zij de touwtjes in handen bij de Rutex, gelegen in de Kalverstraat in Amsterdam. Het was een bloeiend bedrijf met maar liefst zestig werknemers en een nachtwaker. Een plek met een aangename sfeer waar alle gerechten zelf werden gemaakt. Het was niet alleen de plek waar zij werkten, maar ze woonden er ook. Na jaren veel plezier te hebben beleefd op deze plek werd de Rutex overgenomen door vastgoedhandelaar Zwolsman. Het gezin kwam zo met lege handen te staan. Johanna, altijd vooruitziend, wilde een huis kopen in Zandvoort, een badplaats waar ze kansen zag om geld te verdienen. Maar bij Harrie zat de horeca in zijn bloed dus wilde hij liever in dat vakgebied blijven. Daarom kochten ze De Kroon, een café-restaurant in Roosendaal. Een bedrijf dat populair was bij de Nederlandse commando’s die regelmatig bij de Kazerne in Roosendaal kwamen. Maar toen de kazerne werd gesloten, verdwenen deze klanten en draaide het café niet meer zoals voorheen waardoor de winst sterk daalde. Uiteindelijk verkochten zij De Kroon en moest het gezin weer opzoek naar een huis. Ze vestigden zich in een nieuwbouwwijk in Roosendaal, waar Johanna een functie aannam op de belegafdeling bij de Spar. Harrie bleef trouw aan de horeca maar de opbrengsten waren teleurstellend. In Lelystad, waar oudste dochter Beatrix inmiddels al woonde, vonden ze een groot huis dichterbij Amsterdam zodat Harrie zijn horeca carrière opnieuw kon hervatten. 

Pensionering

Toen Johanna en Harrie met pensioen gingen, verhuisden zij naar de Sportlaan in Onderdijk. Hier woonden veel van hun kinderen en kleinkinderen die ze daarom ook regelmatig zagen. Een zegen waar Johanna met volle teugen van genoot. Ze had een fijne band met haar kleinkinderen. Ze behandelde hen met een minder strenge aanpak dan bij haar eigen kinderen toen zij nog jong waren. Johanna en Harrie hadden het goed in Onderdijk maar hun relatie verliep niet altijd perfect. Ze ruzieden weleens en soms duurde het zelfs dagen voordat ze weer met elkaar spraken. Anderzijds, zodra er iets mis was met een van hen, maakte de ander zich meteen zorgen. Ze konden niet altijd met elkaar, maar al helemaal niet zonder elkaar leven. 

Het meisje uit Oostenrijk - Huisje Sportlaan, Onderdijk
Huisje Sportlaan, Onderdijk

Alhoewel Johanna niet meer werkte, zat ze nooit stil. In haar nieuwe huis had ze een tuintje dat ze omtoverde tot een volkstuintje. Van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat stond ze er, een werkethiek die voor iemand van haar leeftijd opmerkelijk was. Maar haar passie reikte verder dan de tuin. Ze stond veel in de keuken, waar ze ingrediënten uit haar eigen tuin gebruikte om grote porties eten te bereiden. Deze porties werden in de vriezer opgeslagen voor een later moment of geserveerd wanneer er visite kwam, altijd met zorg en liefde die haar karakteriseerden. Haar ervaring in de horeca leerde haar om enkel grote hoeveelheden eten te bereiden. Kleinere porties waren voor haar een uitdaging vanwege de verhoudingen. Naast koken en tuinieren was Johanna vaak te vinden bij het raam met een haakwerk, en ook naaien kon ze erg goed.

Ze was altijd bereid om anderen te helpen. Mocht een buurvrouw ziek zijn, schoot zij te hulp en bracht ze een zelfgemaakte soep want ‘daar zit kracht in’ zei ze dan met een glimlach. Johanna en Harrie brachten hun zondagen soms door in de kerk. Ze reisden ook nog regelmatig naar Oostenrijk, waar ze met hun caravan hun jongste dochter Hilde bezochten. Hilde woont samen met haar dochter Natasja, een ambitieuze zwemster die het zwemrecord van Wenen vestigde. Zij had dit talent niet van een vreemde want haar oma Johanna was ook niet vies van water. Op zulke momenten waren Harrie en Johanna als opa en oma erg trots. 

Op de leeftijd van 75 jaar wilde Johanna haar leven verrijken met een trouwe viervoeter: Benji, een Duitse herder. Kleinzoon Max liet Benji regelmatig uit, soms wel twee maal per dag. Het was een leuk dier. Elke ochtend ontsnapte hij en maakte zich een weg naar de schuur waar een konijnenhok stond.Vol enthousiasme opende hij daar het hok met zijn snuit, haalde het konijn eruit en begon hem schoon te likken. Op een gegeven moment werden Johanna en Harrie te oud om voor Benji te zorgen. Tot groot verdriet van Max verhuisde de hond naar zoon Theo. Wel kwam hij hier in goede handen.

Laatste levensjaren

Voor hun 60-jarig huwelijksjubileum had Harrie een verrassend idee: hij stelde voor om dit feest te vieren in Oostenrijkse klederdracht. Volgens hem was het tijd om de Oostenrijkse wortels van Johanna te eren, aangezien ze al die tijd zich heeft aangepast aan het Nederlands dagelijks leven. Zelf droeg hij een typisch Oostenrijks pak en Johanna trok haar mooiste dirndl aan, hetzelfde soort jurkje dat ze als jong meisje in Oostenrijk altijd heeft gedragen. 

Na een aantal gelukkige jaren begon de gezondheid van Harrie achteruit te gaan, hij kon niet meer zo goed lopen en hij mocht niet meer autorijden omdat een van zijn ogen niet meer werkte. Het huisje op de Sportlaan onderhouden werd een te zware last en om die reden verhuisden ze samen naar een tweepersoonskamer in het verzorgingshuis Sorghvliet in Andijk. Op een gegeven moment moest Harrie een operatie ondergaan: een teenamputatie. Harrie had al last van hartproblemen, maar in het ziekenhuis werd het fataal. Hij overleed in 2006 op 92-jarige leeftijd in het ziekenhuis. Het was een periode van treur, verdriet en rouw. Niet alleen voor Johanna, die plotseling weduwe was geworden, maar ook voor de familie en de vriendschappen die Harrie in zijn omgeving heeft opgebouwd. Johanna mocht uiteraard de tweepersoonskamer niet meer houden, dus kreeg ze een eenpersoonskamer in hetzelfde verzorgingshuis. In deze kamer had ze het goed, ze kreeg regelmatig visite van familie en haar dochter Beatrix kwam elke dag langs. Samen keken ze af en toe naar natuurprogramma’s, maar dat hield ze ook niet meer lang vol. Ze begon langzaam een beetje af te takelen. Sinds het overlijden van haar man begon ze een vorm van dementie te krijgen, iets waar ze altijd al bang voor was geweest. Haar dagen leken steeds langer te worden, ze vond steeds minder plezier in dingen om haar heen, ondanks dat ze altijd dankbaar is geweest voor alles wat iedereen voor haar deed. Het leven was voor Johanna wel klaar. Het voelde voltooid en uitgeleefd.

Het meisje uit Oostenrijk - Johanna en Harrie, 60-jarig huwelijk
Johanna en Harrie, 60-jarig huwelijk

Op een gegeven moment begon ook haar fysieke gezondheid achteruit te gaan: ze was niet ziek, maar vaak erg moe en benauwd. Zodanig benauwd dat ze constant rechtop in bed moest zitten. Haar kinderen vertrouwde het niet en zijn toen naar de dokter gestapt. In het ziekenhuis sprak de vrouwelijke geriater, een zorgverlener voor ouderen, duidelijke woorden: “Mevrouw Schouten, u gaat dood.” Johanna reageerde kalm hierop, knikkend antwoordde ze: “Nou, dat is goed.” Haar kinderen waren mee naar het ziekenhuis, maar nergens voor gewaarschuwd. Ze waren enorm geschrokken van dit vreselijke nieuws. “Het kan nu gebeuren, morgen, of volgende week, dat weten we niet, maar u gaat dood.” voegde de zorgverlener nog toe.

Om de tijdelijke pijn te verminderen en Johanna wat rustiger te maken kreeg ze een injectie. Op het ziekenhuisbed zei ze nog tegen haar oudste dochter: “Trix, geef me nog een zoen.” 

Ze werd rustiger door de injectie, maar Beatrix wilde niet dat ze zou overlijden in het ziekenhuis. Ze had liever dat het zou gebeuren in het verzorgingshuis, haar eigen vertrouwde omgeving. Diezelfde dag werd ze nog met de ambulance naar haar kamer gebracht. Hier werd ze omringd door al haar kinderen: Beatrix, Theo, Peter en Hilde die zelfs was overgekomen uit Oostenrijk. Ook was schoonzoon Karel erbij. 

De volgende dag overleed Johanna Schouten-Kreiger op 96-jarige leeftijd in haar vertrouwde omgeving, omringd door dierbaren. Dit was in 2010, 4 jaar na het overlijden van haar man.

De begrafenis vond plaats in Onderdijk, haar graf direct naast waar haar man Harrie rustte. Het was een mooie begrafenis met een mooi aantal mensen. Haar kinderen spraken een paar woorden en zorgden ervoor dat aan het einde, terwijl ze de kist lieten zakken, de Radetzky-mars werd gedraaid. Het Oostenrijkse muziekstuk was een passend eerbetoon aan haar afkomst. Johanna is in haar dirndl van het 60-jarig huwelijksjubileum begraven, de kleding waarin ze zich altijd thuis voelde.  

Johanna wordt nog steeds elk jaar geëerd op 1 januari, als de Radetzky-mars wordt gespeeld bij het Nieuwjaarsconcert in Wenen. Elk jaar wordt deze uitgezonden op televisie en kunnen haar kinderen hun tranen niet meer bedwingen. Johanna Schouten-Kreiger was niet alleen een dochter, maar ook een moeder, grootmoeder en zelfs een overgrootmoeder. Hoewel ze uit liefde streng kon overkomen, was ze altijd een vrouw met een warm hart. 

Ze heeft ongetwijfeld haar plekje in de hemel gevonden, iets waar ze altijd in heeft gelooft. 

Haar verhaal begon in Oostenrijk, waar haar lot al snel werd veranderd door het besluit om op jonge leeftijd naar Nederland te gaan. In tijden van oorlog was ze moedig en vastberaden. Ze genoot van het leven tot aan het laatste moment en zo blijft zij voor altijd in onze herinneringen: als het meisje uit Oostenrijk.

Wees sociaal, deel lokaal!

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp

Voor meer informatie, bezoek onze Facebook pagina!

Heeft u ook een mooi verhaal?

Tip onze journalisten!

Wij vertellen graag uw verhaal. Stuur uw artikel met goede kwaliteit beeldmateriaal op naar: redactie@mediain.nl